top of page

Faalangst en perfectionisme: een venijnige combinatie



Lieselore (22) is een toffe babbelkous. Ze heeft enorm veel hobby’s en is een bezige bij die van hier naar daar rent. Rust, dat kent ze niet echt. Dit schemert ook mentaal door: Lieselore kampt met faalangst en perfectionisme, een combinatie die vaak ontaardt in paniekaanvallen. In dit interview vertelt ze hoe dit giftige duo al uitwerking vond in haar leven en hoe het dat, tot op de dag van vandaag, nog steeds doet.


Wanneer kreeg je je eerste paniekaanval, Lieselore?

Mijn verhaal begint in het tweede leerjaar, als 7-jarige Lieselore. Ik was een wiskundetoets aan het maken en opeens liep het helemaal mis. Ik was erg faalangstig en opeens nam mijn perfectionisme de bovenhand: ik begon te roepen, schreeuwen, huilen,… Het begon op zich te verergeren en dat werd echt een probleem: bij elke toets begon ik te wenen omdat ik dacht ‘ik kan dit niet, ik ben een mislukkeling’. Op zo’n jonge leeftijd is zo’n gedachtegang natuurlijk echt niet oké. Ik weet ook nog hoe erg iedereen in mijn omgeving altijd schrok en hoe ze eigenlijk niet wisten hoe hierop te reageren.


Wisten meer mensen niet hoe ze hiermee om moesten gaan?

Nee, niet echt. Ik weet nog dat leerkrachten altijd hard schrokken en die reacties zijn me bijgebleven. Het enige wat ze nochtans moesten dan, was mij kalmeren, maar daar slaagden ze bijna nooit in. Ik moest bijvoorbeeld ooit eens voor een toets leren terwijl ik dan ’s avonds een concert had van Bart Peeters. Door de ‘stress’ van het concert, slaagde ik er de hele dag niet in om me te concentreren en kreeg ik verschillende paniekaanvallen. Dit tot frustratie van mijn vader die me hielp bij het studeren. Hij vond dat ik overdreef. Dat was dus niet zo: bij een paniekaanval kan je niet meer helder denken, laat staan studeren. Toch toonde hij weinig begrip: ik moest van hem de concertkaartjes verkopen, terwijl hij me beter dat concert had moeten gunnen ter ontspanning.


Heb je ooit zelf het gevoel gehad dat je overdreef?

Ik heb ooit een soort traumatische gebeurtenis meegemaakt, waarvan ik naderhand vond dat ik het had overdreven. Er is een bepaald moment geweest dat ik opnieuw voor een test moest leren en ik weer een paniekaanval kreeg. Ik heb mij toen in de badkamer opgesloten en heb toen eigenlijk een handdoek rond mijn nek gebonden. Dat was heel vreemd want ik wilde dat helemaal niet doen, maar ik was zo in paniek dat ik totaal de controle verloor. Ik zag geen uitweg uit de situatie en dit was mijn spontane reactie. Ik vond dan ook dat ik, wanneer ik hier later over nadacht, enorm overdreef. Misschien omdat dit komt doordat zelfdoding vandaag wel vaker gemediatiseerd wordt. Het kwam bijna automatisch in mij op van ‘ik moet dit nu doen’. Dat dit zo spontaan kwam, beangstigde mij maar ook mijn ouders.


Heb je met hen open over dat voorval kunnen praten?

Nee. Nu, zoveel jaar later, wel. Maar toen, nee. Op zich denk ik ook dat dat niet zo heel veel geholpen zou hebben, dus ik neem hen dat zeker niet kwalijk. Mijn paniek en faalangst zaten zo diep dat ik denk dat enkel professionele hulp mij daarmee kon helpen. De school heeft dat ook aangeraden, dus dat is uiteindelijk wat ik dan ook gedaan heb: hulp gezocht. Ik ben op 7-jarige leeftijd naar een psycholoog gegaan, maar ik vond dat niet leuk. Hier moest ik oefeningen doen, bijvoorbeeld tegen knuffels praten en mijn gevoelens uitleggen. Ik kreeg een boekje mee en ik moest dan elke dag aanduiden hoe ik mij voelde en dat soort dingen. Als kind had ik niet echt het gevoel dat dat mij hielp.


‘’In het vierde middelbaar werd ik een keer uitgelachen door medestudenten. Dat zorgde ervoor dat ik dacht dat ik abnormaal was.’’

Heb je dan nog langere tijd paniekaanvallen gehad?

Ja. Ook in het middelbaar werden die gevoelens van mij bij elke wiskundetest opnieuw getriggerd. Bij zo’n test ging ik meteen denken ‘dit is wiskunde en ik kan dat niet’. Die link hadden mijn hersenen blijkbaar automatisch gelegd. Het middelbaar is niet de meest begripvolle plaats voor dit soort dingen. Ik weet nog dat er in het vierde middelbaar uitwisselingsstudenten in de klas waren. Ik kreeg opnieuw een paniekaanval en zij hebben mij toen hard uitgelachen. Dat zorgde ervoor dat ik dacht dat ik abnormaal was.


Dit had dus uitwerking in hoe je jezelf zag als persoon?

Ja, het maakte me erg onzeker. Het heeft ook veel dingen in mijn leven bepaald. Ik heb altijd gedacht dat ik eigenlijk geen wiskunde kon door dat ene voorval, waardoor ik preventief had gekozen voor een richting met weinig uren wiskunde. Uiteindelijk heb ik zelfs hierdoor mijn kinderdroom om dierengeneeskunde te studeren moeten laten vallen omdat ik zo’n enorme angst had voor wiskunde. Bovendien werkt het niet enkel door op vlak van school. Ook op andere aspecten is mijn perfectionisme enorm aanwezig. Zo wil ik ook vaak dingen aan mezelf veranderen die ‘niet perfect zijn’, maar soms kan dat nu eenmaal niet. Dat is wel echt een probleem, hoor.


In deze video geeft Jelle 5 tips tegen perfectionisme.


‘’Ik heb het gevoel dat wanneer ik niets doe, ik niet goed genoeg ben en dat wil ik wel zijn’’

Heb je vandaag nog veel last van jouw faalangst en perfectionisme?

Ik heb minder last, wat volgens mij ook samengaat met het ouder worden. Ik ben echt sterker geworden, maar ik durf nog wel snel pessimistisch te zijn op vlak van mijn kunnen. Ik kan wel beter relativeren: ik weet dat mijn leven niet afhangt van bijvoorbeeld, school. De 7-jarige Lieselore tijdens een wiskundetoets had dit wel gedacht. Het beheerst mijn leven niet meer zo: ik kan het beter controleren. Toch heb ik wel het gevoel dat ik nooit rust vind. Wanneer ik niets te doen heb, vind ik van mezelf dat ik ‘een perfect persoon’ moet zijn en dat staat bij mij gelijk aan elke dag iets te doen moeten hebben. Dit met gevolg dat ik mijn hele leven volprop en hier enorm moe van word. Ik heb dat nodig, maar ik heb ook nooit rust. Ik heb het gevoel dat wanneer ik niks doe, ik niet goed genoeg ben. Voor mezelf ben ik dan niet perfect en dat wil ik wel zijn.


Slaag je er dan wel in om ooit rust te vinden?

Nee, eigenlijk kan ik daar helemaal niet goed mee omgaan. Ik weet dat er in mijn middelbaar een zorgleerkracht was die met mij meditatieoefeningen probeerde te doen, maar ik was daar simpelweg nooit rustig genoeg voor. Ik liet haar blijken dat dat hielp, maar eigenlijk hielp het helemaal niet. Ik heb daarom al vaker gedacht dat het misschien geen slecht idee is om een psycholoog te raadplegen omdat het volgens mij echt wel even nodig is om alles op orde te zetten.


‘’Op zoek gaan naar de oorzaak van mijn faalangst en perfectionisme had mij meer geholpen dan simpelweg wat smileys zitten inkleuren’’

Wat zou jij zeggen tegen iemand die in dezelfde situatie verkeert als jij als kind?

Ik vond het zelf heel erg belangrijk om te ontdekken vanwaar mijn angst kwam. En ik heb het gevoel dat niemand met mij naar die oorzaak is gaan zoeken. Het feit dat ik zo heftig reageerde op school kwam door mijn faalangst, maar vanwaar kwam die faalangst dan op zo’n jonge leeftijd? Ik heb het gevoel dat daar nooit achter gezocht is en daardoor heb ik het ook nooit echt kunnen aanpakken. Je kan wel smileys zitten inkleuren naargelang je gevoel van die dag, maar heb je daar iets aan? Ze hadden mij veel meer geholpen door samen met mij op zoek te gaan naar de oorzaak van mijn angst.


Bestaan er volgens jou vooroordelen over perfectionisme?

Ja: perfectionisme wordt te vaak als iets positief gezien. Bij sollicitaties bijvoorbeeld vinden werkgevers dat altijd heel positief, maar naast die positieve kant is er ook een hele negatieve. Mij kan dat bijvoorbeeld erg drijven, maar het heeft me aan de andere kant bijvoorbeeld ook altijd hard in bedwang gehouden. Ik denk ook dat er in de samenleving eens goed gekeken moet worden naar wat we kinderen aandoen. We willen kinderen te perfect maken. Scholen verwachten teveel van ons. Ik vind dat er te veel gefocust wordt op presteren en er te weinig aandacht gaat naar wat er in het hoofd van kinderen omgaat. Dat is problematisch.


‘’Mentaal rust nodig hebben is nu eenmaal geen geldig excuus om niet naar de les te komen’’

Dus, te veel presteren en te weinig mentale zorg?

Naar mijn mening is dat inderdaad een algemeen probleem. De samenleving is over het algemeen gewoon slecht in het spreken over mentale gezondheid. In de klas van mijn zus zitten bijvoorbeeld drie mensen met een burn-out. Dat wordt gewoon stilgezwegen. Ik vind dat dat niet moet. Ook in mijn eigen opleiding en bijna elke universitaire opleiding wordt er, volgens de verhalen die ik hoor, te weinig rekening gehouden met mentaal welzijn. Mentaal even rust nodig hebben is nu eenmaal geen geldig excuus om even niet naar de les te komen, dus je moet dat altijd koppelen aan een fysiek iets. Want dat zien mensen namelijk wel. Hoe het mentaal met je gaat, zien ze niet, waardoor het impliciet een ongegronde reden voor afwezigheid wordt. Ik heb bovendien het gevoel dat het hierdoor vaak als aanstellen wordt gezien. Fysiek ziek zijn dat uit zich ook zichtbaar, dus dat erkent iedereen meteen. Mentaal even niet meer kunnen, dat kan je amper controleren, want opnieuw: dat zie je niet. Het feit dat mensen daar ook niet over praten of liever, durven praten, moet dringend veranderen. Dat is ook iets dat heel jammer is: als we griep hebben, kunnen en durven we dat luidop zeggen. Als we er mentaal even doorheen zitten, dan durven we dat niet.


In deze video spreken jongeren en specialisten over faalangst op school.


194 views0 comments
bottom of page