Lise (23) is een spontane studente, immer enthousiast en een trouw scoutslid. Plezier alom zou je denken, tot het opeens 3 jaar geleden mentaal wat stroever ging lopen. In dit interview doet ze haar verhaal.
Wanneer is bij jou het mentale kabaal ontstaan, Lise?
Een drietal jaar geleden ben ik teruggekomen van Erasmus. Meteen erna had ik drie weken project op de hogeschool en begon mijn stage. Het ging toen oké met mij, maar na de eerste paar weken begon het mis te lopen. Ik werd triestiger en in het begin dacht ik gewoon dat ik in een sleur zat door mijn stage. Ik zag mijn vrienden op stap gaan, wat ik niet kon door stage, dus ik wijtte het vooral daaraan. Ik dacht ‘oké, geen probleem, dat gaat wel over’. Maar dat deed het niet: eigenlijk werd het alleen maar erger. Op die manier dat ik veel moest huilen, ik had nergens zin in, het merendeel van de tijd was ik triestig en ik kon niet echt zeggen waarom. Ik vond de aanleiding niet en het bleef maar aanslepen, waardoor ook mijn omgeving het begon te merken.
Ik dacht bij mezelf: ''Als ik er nu niet meer zou zijn, dan zou ik dat eigenlijk niet erg vinden''
Was je jezelf dan niet meer?
Goh… Ik heb het vooral gemerkt op vlak van de jeugdbeweging. Ik heb altijd bij de scouts gezeten en dat was echt mijn leven. Maar stilaan begon dat te veranderen en had ik het gevoel dat ik daar niet echt meer iets uit haalde. Ik ging daarheen, maar dat was het dan ook: het was niet meer zoals daarvoor. Dat kwam beetje bij beetje. Ik ben echt een enthousiast persoon, maar ik haalde nergens meer plezier uit. Ik vond het nergens vreselijk, maar ook nergens meer leuk. Daardoor begon ik op een bepaald moment te denken ‘is dit het nu?’. Ik weet nog dat ik tijdens mijn stage iets aan het doen was en opeens bij mezelf dacht ‘als ik er nu niet meer zou zijn, dan zou ik dat eigenlijk niet erg vinden’. Ik kon niet echt een reden geven, maar ik was gewoon heel erg ongelukkig.
Je wilde er niet meer zijn. Heb je ooit iets ondernomen om dit waarheid te maken?
Ik heb er zeker wel over nagedacht, maar ik heb het nooit doorgezet of concrete plannen ondernomen. Ik wist dat ik het wilde, maar aan de andere kant kon ik het gewoon niet.
Simpel gezegd had ik het gevoel dat mijn leven niet meer nuttig was, maar écht dood wilde ik ook weer niet. Ik wilde ‘dit’ gewoon niet meer. Ik heb ook veel steun gehaald uit de serie 13 Reasons Why, want door hiernaar te kijken had ik zoiets van: zo moet het niet. Dood zijn lost niets op. Je bent wel weg, maar voor mezelf was dat ook geen oplossing. Ik wist toen ook: er moet iets veranderen. Mijn vrienden begonnen ondertussen ook wel te merken dat ik me anders gedroeg, dus ben ik hier ook met hen over beginnen te praten.
De serie 13 Reasons Why deed Lise inzien: ''zo moet het dus niet''.
Hoe reageerden je vrienden daarop?
In het begin trokken zij meer met me op: we gingen dan bijvoorbeeld vaker samen iets eten. Sommigen konden goed overweg met hoe ik me voelde, anderen dan weer iets minder. Dit vooral omdat ze niet goed wisten wat te doen of hoe zich te gedragen. Met sommigen verliep het zelfs wat stroever. Omdat ik me slecht voelde, ging ik mensen rondom mij ook sneller dingen kwalijk nemen. Dat werd dan voor sommige van mijn vrienden ook teveel. De situatie heeft zonder twijfel zwaar gewogen op mijn vriendschappen. Het was moeilijk, want ik had soms het gevoel dat ik hen er mee lastig viel. Hierdoor kreeg ik snel het gevoel dat ze dachten ‘dit heb ik al gehoord’ of ‘hier is ze weer’. Zij hebben ook mijn zus verteld hoe slecht ik me voelde, waarna zij me overtuigde om samen naar onze moeder te gaan.
Hoe reageerde je moeder toen je het haar vertelde?
Mijn moeder was heel begripvol, maar het was echt wel een van de minst aangename dingen die ik heb moeten doen. Ik wilde het in eerste instantie liever niet aan haar vertellen omdat ik niet zou willen dat ze zichzelf schuldig ging voelen. Mijn moeder doet namelijk alles voor mij en ik wou niet dat ze zich ging voelen alsof ze haar taak niet goed deed, terwijl dat daar natuurlijk niks mee te maken heeft. Nadat ik het er met veel mensen over had gehad, besloot ik uiteindelijk professionele hulp te zoeken.
Dus, je hebt dan contact gezocht met een psycholoog.
Ja, ik ben eerst naar het JAC (Jongeren Advies Centrum) gegaan in Leuven. Zij leren je in het begin om over je problemen te praten met behulp van oefeningen. Maar wanneer dat niet voldoende is en je begeleiding op langere termijn nodig hebt, verwijst JAC je door. Wat bij mij dus het geval was.
Heb je hier naar jouw mening iets uit gehaald?
Wel, mijn psychologe vertelde me dat ik depressief was en dit leidde ertoe dat ik de oorzaak van mijn gevoel ontdekte en leerde begrijpen. Belangrijk is ook dat ik in mijn hoofd voor lange tijd heb gedacht dat mijn gevoelens kwamen door het feit dat ik op Erasmus was geweest. Ik hield mijn problemen dus redelijk aan de oppervlakte. Toen ik met mijn psycholoog hierover sprak, kreeg ik al snel door dat het daar niet aan lag, want er kwam van alles aan de oppervlakte over vroeger. Eerst vond ik het praten over mijn jeugd totaal nutteloos, maar achteraf gezien bleek alles wel wat in verband met elkaar te staan. Het is ook iets heel simpels, maar zij gaf me de website fitinjehoofd.be met hierop enkele eenvoudige oefeningen. Ik gebruik de website niet super vaak, maar het heeft me wel geholpen.
De stappen op de website van Fit in je Hoofd
Bovendien ben ik iemand die zich erg aantrekt van wat er in haar omgeving gebeurt en soms zelf wat té hard. Ik heb geleerd om meer afstand te nemen van mensen. Ik wil er altijd voor iedereen zijn, maar dat weegt soms heel zwaar op mij. Wanneer ik nu voel dat ik wat ruimte nodig heb, maak ik sneller wat tijd vrij voor mezelf en ga ik bijvoorbeeld zwemmen of sporten.
Een psycholoog kost veel, waardoor je jezelf er sneller van gaat overtuigen dat je beter bent.
Ga je nu nog steeds naar de psycholoog?
Nee. Ik moet eerlijk toegeven dat ik eigenlijk gewoon na een tijd gestopt ben. Onder andere op aanraden van mijn omgeving. Ik kreeg bijvoorbeeld vaak te horen: ‘Ja maar nu ben je toch wel beter, dan heb je dat precies toch niet meer nodig?’
Een ander groot aspect, en misschien wel het belangrijkste, is het financiële. Het kost genoeg, waardoor je jezelf er sneller van gaat overtuigen dat je beter bent. Er kruipt veel tijd en geld in en ook dat gaat wegen, want dan krijg je de druk van ‘ik moet beter worden en snel, want het kost zoveel geld’. Ik denk dat dat voor velen ook een grote drempel is om naar een psycholoog te gaan.
Als ik eerlijk ben, ben ik misschien wel te vroeg gestopt. Ik was wel beter, maar ik heb nog af en toe momenten gehad waarop ik het gevoel had dat ik makkelijk weer zou kunnen wegzakken.
Vind je het moeilijk om te vertellen dat je depressief bent geweest?
Niet echt, want ik vind dat erover gepraat moet worden. Waar ik vooral moeite mee heb is dat je altijd gezien blijft worden als het meisje dat…, het meisje dat kwetsbaar is, het meisje dat snel in de put zit, het meisje dat zich snel dingen aantrekt. Die hele labelling die erbij komt, vind ik vervelend. Ik heb nog steeds het gevoel, ook al is het drie jaar geleden gebeurd, dat mensen vandaag snel zouden zeggen ‘ah daar is ze weer’ wanneer het misschien weer even wat slechter zou gaan met me.
Mentale gezondheid is niet iets om mee te lachen.
Op welke manier heeft jouw depressie je veranderd?
Over het algemeen ben ik heel wat onzekerder geworden. Vroeger trok ik me nooit aan wat iemand van mij dacht maar sindsdien denk ik veel meer na. Over alles. Dat vind ik jammer en dat had ik ook heel graag anders gezien. Als mensen bijvoorbeeld wat korter op mij reageren, dan denk ik meteen dat ze boos zijn op mij, terwijl dat natuurlijk niet altijd zo is. Ik voel mij tegenwoordig ook snel buitengesloten. Dat bezorgt mij dan weer stress met oog op de toekomst en als ik straks wil gaan werken. Maar aan de andere kant kan ik mezelf nu beter aanvoelen. Vorig jaar werd ik weer wat somber, waardoor ik eigenlijk opnieuw met een psycholoog ben gaan praten. Ik wist dat ik niet zo diep zat als twee jaar ervoor, maar ik voelde aan dat er iets niet goed zat. Een ander voorbeeld is dat er een keer iemand is geweest die een mopje maakte in de trend van ‘zie maar dat je niet weer depressief wordt’. Dit raakte mij enorm. Ik besef nu ook dat je niet zo licht over mentale gezondheid mag praten, het is zeker niet iets om mee of over te lachen.
Kan je tips geven aan mensen, nadat je dit allemaal zelf hebt meegemaakt?
Luister naar jezelf en grijp in als het te veel wordt. Blijf praten. Dat is niet voor iedereen evident, maar mij heeft dat enorm geholpen. Ik wist niet hoe ik met mezelf moest omgaan, dus praten heeft daarbij geholpen. Probeer ook je zinnen wat te verzetten, zoek iets waardoor jij je hoofd wat kan leegmaken. Bij mij is dat bijvoorbeeld sporten: dan hoef ik niet in mijn eigen hoofd te zitten, maar kan ik het kabaal in mijn hoofd even dempen.
En het klinkt misschien cliché, maar probeer in te zien dat dingen beter zullen worden.
Denk je aan zelfmoord? Praat erover.
In Nederland kan je bellen naar het nummer 0900-0113 (24/7 bereikbaar) of chatten via 113.nl.
In België kan je terecht op het nummer 1813 (24/7 bereikbaar) of chatten via https://zelfmoordlijn.sittool.net/.
Comments