“De zomer na het middelbaar was hels”, zucht Noa. Zonder de bedoeling om iemand te ontmoeten zocht ze op het web naar informatie die haar meer duidelijkheid kon bieden. Zo typte ze ‘am I gay?' in de zoekbalk van YouTube. Toen drong het pas door: “Ik ben niet hetero.”
Was dat de eerste keer dat je daar zo bewust over nadacht?
In het middelbaar had ik die gevoelens volledig onderdrukt. Als ik er nu op terugkijk, vallen er wel een paar euro's natuurlijk. Zo had ik in het tweede middelbaar een goede vriendin die verliefd was op een jongen. Ik merkte dat ik heel jaloers was op hem. Wanneer ze bijvoorbeeld vertelde over de leuke dingen die ze samen deden, was ik alleen maar bezig met hoe graag ik in zijn schoenen wilde staan. Destijds dacht ik dat dat normaal was. Ze was tenslotte mijn beste vriendin en ik wilde graag tijd met haar doorbrengen. Toen ze echter op een avond bij mij bleef slapen, vroeg ze plots om mijn hand vast te houden terwijl we in bed lagen. Uiteindelijk lagen we lepeltjesgewijs in bed. Op dat moment wist ik niet wat ik moest denken. Ik kon niet verliefd op haar zijn, omdat ik in mijn hoofd verliefd moest zijn op een jongen. Met mijn vrienden spraken we over onze crushes en over jongens, dus ik kón niet verliefd zijn op een meisje. Over volledige onderdrukking gesproken...
“Ik voelde me verscheurd tussen iets wat ik kende en iets wat ik nog wilde ontdekken.
Volgens mij heerst er nog steeds zo’n gedachtegoed in de samenleving, dat zich zo manifesteert in je hoofd tot op een punt dat je jezelf niet meer gelooft. Daardoor maakte ik in het verleden heel bewuste keuzes om mezelf er toch maar van te overtuigen dat ik wel degelijk hetero was. Tijdens de zomer na het zesde middelbaar had ik geen 'reden' om verliefd te zijn op meisjes: er was op dat moment geen meisje (meer) in mijn leven die me verliefd deed voelen. Daardoor voelde het extra vreemd aan dat ik gedachten had over aangetrokken zijn tot hetzelfde geslacht. Inmiddels was ik al twee jaar lang verliefd op een jongen, dus mijn gevoelens tegenover hem en tegenover meisjes botsten: "Ik kan niet verliefd zijn op meisjes, want ik ben verliefd op hem". Ik hield de relatie nog even af, want ik wilde eerst alles voor mezelf uitpluizen. Ik voelde me verscheurd tussen iets wat ik kende en wilde en iets wat ik nog moest ontdekken.
Op de hogeschool werd ik opnieuw verliefd op een meisje. Zij was echt zo'n meisje-meisje, als je begrijpt wat ik bedoel. Het contrast tussen haar en mijn bijna-vriend was zo groot dat ook dát niet klopte in mijn hoofd. De verwarring werd nog groter toen het voelde alsof ze met me flirtte, maar ik haar ook nog hoorde praten over jongens.
Je hoofd is op dat moment misschien meer fluïde dan hoe de buitenwereld werkt? Het feit dat je je gevoelens niet in die voorgemaakte hokjes kon plaatsen, zorgde wellicht voor een soort error-gevoel?
Waarschijnlijk voelen mensen zich op vlak van relaties inderdaad veel meer fluïde in hun hoofd dan naar de buitenwereld toe. Ook seksualiteit is meer fluïde dan ik zelf besefte [uit een Nederlands onderzoek blijkt dat het merendeel van de mensen seksueel fluide is, red.]. Ik heb mijn gevoelens nooit bekend gemaakt aan dat meisje, maar dat is beter zo. Als ik over 'wat als' scenario's begin na te denken kom ik in een neerwaartse spiraal terecht. Ik heb er destijds veel over nagedacht, maar ik heb nog steeds een relatie met mijn vriend. Hij is van alles op de hoogte. Op een gegeven moment is het dan ook beter om verder te gaan, maar het is niet zo dat de issues volledig begraven zijn. Die onzekerheid blijft er wel inzitten, maar ik werk eraan. Iets wat jaren onderdrukt wordt, is natuurlijk niet zomaar op te lossen.
“Als ik over 'wat als' scenario's begin na te denken kom ik in een neerwaartse spiraal terecht.
Mijn zus is er veel rationeler in. Zij had een relatie met een jongen en dat ging niet meer, dus dan zegt ze gewoon “klaar, gedaan”. Vervolgens is ze een relatie aangegaan met een meisje. Ik weet niet of ik dat zou kunnen. Ik zou het super moeilijk vinden om gevoelens te krijgen voor iemand anders en het dan uit te maken met mijn vriend. Zulke dingen zijn natuurlijk heel persoonsgebonden.
Je zus heeft dus ongeveer dezelfde verwarrende gevoelens meegemaakt?
Ik heb nooit een goede band gehad met mijn zus, maar sinds ik aan haar uitte dat ik ook aangetrokken was tot vrouwen, uitte zij dat ook. Inmiddels heeft ze een vriendin, maar wij wisten voordien helemaal niet van elkaar dat we met dezelfde gevoelens worstelden. Dat heeft ons op een of andere manier wel verbonden. Het is gek hoe zoiets mensen samen kan brengen, hè? Open communicatie is zeer belangrijk en dat mis ik wel eens in deze samenleving, waar vooroordelen steeds om de hoek loeren. Mijn vrienden weten wel dat ik niet enkel op mannen val, maar ik vind het niet nodig om voor heel de maatschappij ‘uit de kast te komen’. Ik begrijp dat mensen dat willen en nodig vinden om gezien en geaccepteerd te worden met hun 'label', maar ik heb het gevoel dat ik niet echt een label heb. Dat zou ook oké moeten zijn.
Mijn gevoelens tegenover vrouwen en mannen zijn totaal anders, die vallen niet met elkaar te vergelijken. Hoe ouder ik word, hoe meer zelfinzicht ik krijg en hoe beter ik weet waar ik op val: op heel vrouwelijke vrouwen óf heel mannelijke mannen. Dat is voor iedereen anders en dat ontdek je gaandeweg. Het is iets wat je zelf moet ontdekken, zonder eerst dat hokje te zoeken waarin je past. Ik heb ooit eens gelezen dat je voor 20% verliefd wordt op de persoon en voor 80% op wat je zelf van die persoon maakt. Dat merk ik heel erg bij mezelf, want mijn fantasie slaat soms op hol.
Ik las ook eens dat een groot deel van verliefdheid gaat over hoe leuk je die persoon vindt, maar een nog groter deel over hoe leuk je jezelf vindt bij die persoon.
Exact! En hoe ga je dan om met die verliefdheid? Ik word bijvoorbeeld heel snel verliefd. Op zo’n moment maak ik allerlei scenario's in mijn hoofd en heb ik meteen een bepaald beeld van mijn crush. Misschien heb ik wel te veel romantische films gekeken in mijn jeugd. Als het dan niet loopt zoals ik het me had voorgesteld, kan ik daar heel boos van worden en raak ik teleurgesteld, terwijl die andere persoon daar niets aan kan doen.
“Ik heb het gevoel dat ik niet echt een label heb. Dat zou ook oké moeten zijn.
Hoe voel je je nu bij de situatie? En je vriend?
Ik kom zeker niets tekort en heb veel waardering voor het heden, maar af en toe spookt het feit dat het leven er anders had kunnen uitzien wel door mijn hoofd. Mijn zus maakt zich daar soms zorgen over en vroeg me ooit of mijn vriend wel de juiste man voor mij is. Mijn antwoord daarop is "De juiste man wel, maar ik weet nog niet wie de juiste vrouw voor me is". Ik ben er 100% van overtuigd dat mijn vriend een goede man is voor mij, maar die nieuwsgierigheid naar het andere geslacht zorgt ervoor dat ik soms nog steeds in de knoop lig. Je kan de toekomst niet voorspellen natuurlijk, maar ik vind wel dat je jezelf de mogelijkheid moet gunnen om te ontdekken wat je wil. Side note: mocht er ooit sprake van zijn dat onze relatie niet meer zou lukken, hoop ik dat ik de moed heb om me open te stellen voor nieuwe ervaringen. Een relatie op het spel zetten voor de bevestiging van bepaalde onzekerheden vind ik niet oké.
“In het leed van de pubertijd voel je je zo alleen, maar achteraf besef je dat veel mensen op dezelfde donkere plek gezeten hebben in hun hoofd. Probeer die mensen te vinden!
Wat zou je graag willen zeggen tegen mensen die net zo in de war zijn als jij (was)?
Ik weet niet zeker of het geholpen zou hebben als iemand me op dat moment gezegd had dat het 'oké was om me zo te voelen', want dat lijkt zo'n kleine pleister op een grote wonde. Op dat moment heb ik vooral mezelf geholpen, maar als er toen iemand was geweest die hetzelfde voelde of ooit heeft gevoeld en met wie ik daarover kon praten, had dat vast een groot verschil gemaakt. In het leed van de pubertijd voel je je zo alleen, maar achteraf besef je dat veel mensen op dezelfde donkere plek gezeten hebben in hun hoofd. Probeer die mensen te vinden!
Daarnaast zou het onderwijs voor een groot deel kunnen helpen. Wij kregen bijvoorbeeld enkel informatie over voortplanting, maar dít soort conversaties voerden we nooit. Ik denk dat ik minder in paniek geraakt was als ik wist dat zulke verwarrende gevoelens normaal zijn. Dat je niet óf hetero óf lesbisch/homo óf biseksueel enzovoort hoeft te zijn en daar zo snel mogelijk achter moet zien te komen. Mijn ouders waren zelf heel open minded, maar je wordt ook gevormd door je omgeving natuurlijk. Er zijn nog steeds te weinig rolmodellen te vinden in de media of in onze dagelijkse leefomgeving. Toen ik zo erg in de knoop zat, miste die aanknopingspunten (pun not intended).
“Je moet niet óf hetero óf lesbisch/homo óf biseksueel zijn en daar zo snel mogelijk achter komen.
Ik zag onlangs een filmpje van een moeder die steeds verschillende soorten koekjes en cakejes bakte voor haar kinderen. Ze voorzag zoveel keuzes in de hoop dat haar kinderen het van jongs af aan gewoon zouden worden om te moeten kiezen. Keuzestress is typisch voor onze generatie, maar keuzemogelijkheden namen zo snel toe in de loop van onze jeugd dat we nooit hebben geleerd hoe ermee om te gaan. Het lijkt me dus cruciaal om kinderen te leren omgaan met keuzestress, voordat ze net zoals onze generatie gek worden van de zoektocht naar 'het beste leven' uit al die honderden soorten levens die er mogelijk zijn.
Als ik een andere persoonlijkheid had, zou ik waarschijnlijk wel de grenzen opzoeken en meer gaan ontdekken. Op sommige vlakken wou ik dat ik meer zoals mijn zus was: iets rationeler en minder toekomstgericht, zodat ik meer in het nu kon leven zonder mezelf constant een mogelijke toekomst voor te houden. Ook leeftijd speelt daarbij een rol. Ik ben nu 24, dus de tijd van 'aanmodderen' lijkt voorbij. In je studietijd kan je wat meer experimenteren.
Ik denk dat veel mensen dit herkennen, dat je na je studietijd in een fase komt waarin anderen een bepaalde standvastigheid verwachten. Het feit dat 'de speeltijd voorbij is', lijkt heel wat leeftijdgenoten stress te geven.
Ik kwam onlangs een vrouw tegen op Instagram die op 50-jarige leeftijd uit de kast kwam. Zij zei ook dat het oké was om zelfs op haar leeftijd nog dingen te ontdekken en misschien zelfs in een tweede pubertijd terecht te komen. Veel mensen noemen het dan een midlife crisis, maar dat is opnieuw zo'n hokje. Die vastomlijnde levensstadia zijn niet van toepassing op iedereen en de verwachtingen die erbij komen kijken, geeft mensen inderdaad alleen maar meer stress. Misschien is er niet alleen nood aan meer fluïde relaties, maar ook aan meer fluïde levensstadia ;)
Comments