top of page

Voorbij de deuren van de psychiatrie

Psychiatrische ziekenhuizen zijn voor velen een groot mysterie. Griezelverhalen die zich afspelen in een verlaten psychiatrie of een bezoekje aan het Dr. Guislain museum in Gent doen dan ook geen goed aan de stereotypering. Vooroordelen en stigma’s loeren jammer genoeg nog steeds om de hoek. Daarom sprak ik met de 20-jarige Tim, die sinds oktober zelf werd opgenomen. Hoog tijd om taboes te doorbreken.



Een slechte dag

“Het begon allemaal met een gewone slechte dag, zoals iedereen die wel eens heeft. Dat werden dan twee dagen, drie dagen en steeds meer en meer. In zes maanden tijd ging het van 'eens een slechte dag' naar 'bijna altijd slecht voelen'. Ik had geen zin meer om iets te doen, had totaal geen fut meer, mijn eten had geen smaak en ik moest veel wenen zonder een echte reden. Ik begon te piekeren en sliep daardoor heel slecht, waardoor ik overdag nog meer een wrak was en in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Mijn lichaam begon vreemde symptomen te vertonen, dus ik begon er toch eens over na te denken om met iemand te gaan praten.”


Ik ben toen naar het CLB gegaan en zo ging de bal eigenlijk aan het rollen. Zij hebben me doorverwezen naar een psycholoog, maar dat klikte totaal niet dus ik ben snel gestopt. Nadien ging ik naar een andere psycholoog maar ook daar klikte het niet, dus ging ik opnieuw op zoek naar een derde hulpverlener.”


Die ‘klik’ waar Tim het over heeft, is heel belangrijk bij een psychologisch traject en het is jammer genoeg datgene waardoor mensen afhaken na een eerste contact. Het is wel degelijk van belang dat je je op je gemak voelt bij een psycholoog. Zowel verwachtingen bij de behandeling als de therapeutische relatie zijn namelijk bepalend voor het slagen van de therapie. Het is vaak een grote stap om professionele hulp te zoeken, maar probeer het niet meteen af te schrijven als je geen match voelt, hoe moeilijk dat ook is. Er zijn vast andere hulpverleners waar het wel mee klikt!


Depressie heeft verschillende gezichten

“Uiteindelijk werd ik doorverwezen naar een jeugdpsychiater. Ze zette me redelijk snel op antidepressiva en in het begin schaamde ik me daar voor. Ik ben jong en wil geen pillen moeten nemen, maar ze werkten uiteindelijk wel, in combinatie met psychotherapie. In het begin durfde ik niet alles te zeggen, maar naarmate de band beter wordt en je die persoon ook beter leert kennen, gaat dat vlotter en vlotter. Het moeilijke is om heel je verhaal te vertellen, want op sommige dingen weet ik ook geen antwoord. Soms is het oké om niet te weten vanwaar het komt, maar dat voelt niet zo in het begin. Dan denk je dat je op alles een antwoord moet kunnen geven, terwijl dat eigenlijk niet zo is.


Het ging even beter, maar plots zakte ik terug weg. Toen heb ik een aantal zware dieptepunten gekend met verschillende suïcidepogingen. Ik begon mezelf te verdrinken in verdriet en alcohol. Uiteindelijk ben ik opgenomen omdat mijn beste vriendin tegen me heeft geroepen dat ik eraan moest werken, dat het zo niet meer ging.


Ik informeerde me bij de psychiater over wat een opname inhoudt en ben in oktober opgenomen op een PAAZ (Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis). Daar ben ik een kleine maand geweest. Ze hebben me doorverwezen naar een psychiatrisch ziekenhuis, speciaal voor ECT (Electroconvulsie therapie) omdat ze dachten dat het me zou helpen, maar dat heeft bij mij niet gewerkt. In mijn situatie wisten ze ook niet precies van waar het kwam. Er is al heel veel onderzocht, maar ze hebben het nog niet gevonden.”


Elektroshocks toedienen om een psychiatrische aandoeningen te behandelen, lijkt iets uit een ver verleden. Toch wordt het tegenwoordig steeds meer gebruikt bij ernstige depressies, bipolaire of manisch-depressieve stoornissen en sommige vormen van psychosen. De elektrische impulsen (onder volledige verdoving) zorgen namelijk voor een ontlading in de hersenen.



“Het gaat in golven: de ene keer voel ik me heel slecht, de week erop lijkt het alsof het weer in orde is en de week nadien gaat het weer bergaf. Het schommelt zodanig hard en dat is verwarrend. Die onzekerheid is wel lastig, want je kan ook geen toekomstgerichte plannen maken. Ik weet namelijk niet hoe ik me over twee weken ga voelen.


Wat mensen vaak niet weten, is dat depressie er voor iedereen anders uitziet. Er zijn bijvoorbeeld mensen die niet meer kunnen gaan winkelen omdat dat veel te druk is, maar ik heb daar geen last van. Mensen weten er te weinig over en dan vallen ze terug op stereotypes. Wanneer ik vroeger bijvoorbeeld dacht aan een depressief iemand, dacht ik aan iemand die gemeen was tegen anderen, alleen in het zwart gekleed ging en nooit kon lachen. Als ik eens lach of me wat beter voel, dan denken anderen ook meteen dat het ‘voorbij’ is, terwijl wij evengoed goede en slechte dagen hebben. Ik bén mijn depressie niet. Als ik ergens begin te wenen, kan het net zo goed door iets anders komen, iets waardoor iedereen zou wenen, en niet per se omdat ik depressief ben.”


Als je het laat aanslepen, kom je er niet. Het wordt alleen maar erger zonder hulp.

Een grote stap met pro’s en cons

“In opname gaan was heel moeilijk. Ik was heel angstig ook, want het is niet iets dat je dagelijks doet of zelfs hoort. Ik heb me wel goed laten inlichten door mijn psychiater maar dan nog was het heel eng om de stap te zetten. Als het aan mezelf had gelegen, dan had ik het niet gedaan. Het is echt omdat mijn beste vrienden me gepusht hebben en omdat ik merkte dat zij zich ook slecht voelden en ongerust waren door de situatie.


Hier, in de kliniek, zit je in een vrij negatieve omgeving en dat helpt op zich niet veel om je beter te voelen. Het is uiteraard niet zo dat we hier dagelijks veel leuke dingen doen. Het goede is wel dat je hier in een groep zit met mensen die dezelfde problematiek hebben. In een PAAZ heb je dat bijvoorbeeld niet, want daar zit je met iedereen bij elkaar en krijg je geen aangepaste hulp. Die krijg je wel in een psychiatrisch ziekenhuis. Daarnaast ben je een deel van je vrijheid kwijt, aangezien je wel naar buiten mag maar enkel op afgesproken momenten. Vaak wil ik niet mee als mijn vrienden gaan feesten, maar soms heb ik ook wel zin om eens iets leuks te gaan doen en dat kan dan niet. Het heeft dus ook wel een impact op je sociale leven.


Toch zou ik het anderen aanraden wanneer het echt niet meer gaat. Het is een grote stap maar je wordt goed geholpen en het is het uiteindelijk wel waard. Als je het laat aanslepen, kom je er niet want het wordt alleen maar erger zonder hulp. Veel mensen denken dat ze er alleen voor staan maar dat is echt niet het geval. Ik had dat gevoel ook, maar het is me nu wel duidelijk dat de mensen die om me geven er echt voor me zijn."


Weetje: wist je dat de meeste psychiatrische ziekenhuizen dicht bij een station liggen? In de 16de eeuw werden ze opgericht door religieuze ordes die de patiënten ver weg wilden houden van de stad, omdat ze dachten dat ze besmettelijk waren. Daarnaast was de stilte en natuur bevorderlijk. Bij het aanleggen van de spoorwegen in de 19de eeuw werd hier rekening mee gehouden, zodat familie op bezoek kon komen.


Behandeling

“Er zijn hier heel veel verschillende soorten therapieën. We doen dagelijks ook veel activiteiten zoals wandelen en sporten, omdat dat je tot rust brengt en je leert samenwerken met anderen. Daarnaast krijgen we psycho-educatie, een soort psychologielessen, en geheugentraining. We krijgen ook muziektherapie, want muziek brengt veel naar boven. Zo helpt het liedje ‘How could you leave us’ van NF mij persoonlijk heel erg, want het geeft me het gevoel dat ik niet de enige ben met zulke gevoelens.


Structuur is heel belangrijk! Ik heb een periode gehad in de vakantie waarbij ik tot 16u in mijn bed lag, ging eten als ik honger had en dan weer terug in mijn bed ging liggen om te piekeren en na te denken, wat niet bevorderend is. Nu moeten we doelstellingen maken om een doel te geven aan je week. Dat kunnen kleine dingen zijn, zoals een rekening betalen, maar ook grote dingen, zoals werken aan een bepaald gevoel of een gesprek aangaan met je familie.”



Reacties op fysieke vs. mentale kwaaltjes

“Als je zegt dat je niet naar school komt omdat je ziek bent, vragen klasgenoten 'wat heb je?' en verwachten ze zoiets als koorts, maar als je dan zegt dat je je mentaal niet goed voelt, schrikken ze en snappen ze het niet. Door die reacties doet het eigenlijk nog meer pijn. Mensen begrijpen het niet en het taboe is te groot, wat het nog moeilijker maakt om het erover te hebben.


Als je een gebroken been hebt, zijn mensen heel behulpzaam, zelfs al zit je zes weken in het gips. Maar als je een depressie hebt, weten ze niet wat ze moeten zeggen en zijn ze weg. Ze weten niet wat het is en trekken snel foute conclusies. Zo ben ik onlangs nog uit mijn eigen scouts gestemd omdat ze zeiden dat 'iemand met een depressie geen leiding kon zijn'. Mijn mede-leider snapte mij niet. Hij zei dat het 'goed was voor mij, want dan had ik wat rust', maar scouts bracht me juist rust. Ik heb namelijk geen energie om bepaalde dingen te doen, maar de scouts gáf me energie.


Velen denken dan 'ah je hebt geen energie om naar school te gaan, maar wel voor de scouts', maar het gaat om het soort energie. Mentaal ben je op, maar lichamelijk kan je nog wel gaan hardlopen bijvoorbeeld. Ik kan ook nog soms op café gaan met vrienden, maar naar school gaan is echt moeilijk, en daar hebben mensen dan een uitgesproken mening over. Terwijl school heel veel mentale energie vraagt. Met vrienden of familie op café gaan brengt even rust en afleiding, want je praat gewoon over dagdagelijkse dingen. Je zit ook niet een hele week op café, maar je moet wel een hele week naar school, dus dat valt niet te vergelijken.”


De gesprekken die ik vroeger met mensen had, heb ik nu vaak niet meer omdat velen denken dat ze moeten opletten met wat ze zeggen, of ze gaan het gesprek vermijden. Je voelt het wanneer iemand op zijn/haar woorden let en zichzelf niet is en dat maakt het allemaal nog erger. Het doet deugd om lieve dingen te horen maar dat is totaal niet nodig als het niet gemeend is. Je merkt het verschil tussen oprecht en onoprecht."



Gouden raad

"Als je er geen ervaring mee hebt en er nooit uitleg over krijgt, weet je zulke dingen natuurlijk niet. Nu ik er zelf in zit en ook leer van anderen, kijk ik er heel anders tegen aan en merk ik dat ik ook anders reageer dan vroeger. Als er nu iemand lastig doet, is mijn reflex dat ‘er misschien iets scheelt' en dan vraag ik ernaar. Doordat ik zelf in deze situatie zit, ga ik moeilijke gesprekken niet meer uit de weg en kan ik veel meer nuttige dingen zeggen.


Reageer zoals je op iemand anders zou reageren. Wees gewoon eerlijk en doe alsjeblieft niet alsof, want dat valt keihard op. Vragen hoe het ermee gaat wordt overal gepromoot, maar sommige mensen verwachten altijd het antwoord 'het gaat goed'. Als je zegt dat het niet goed gaat, voelen ze zich ongemakkelijk en schieten ze in paniek. Die vraag is meer een gewoonte geworden, maar veel mensen willen het echte antwoord vaak niet weten.


Nog één ding: Het is niet omdat je problemen hebt, dat je anders bent. Mensen denken dat ze moeten opletten, maar ze moeten gewoon normaal doen en niemand in hokjes duwen. Als je het niet begrijpt of als je je er ongemakkelijk bij voelt, vraag dan gewoon om uitleg."


Wil je graag meer info over psychiatrische ziekenhuizen? Surf dan naar https://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/psychiatrisch-ziekenhuis


Meer info over depressie vind je hier.

381 views0 comments
bottom of page